STICHTING BETH YESHURUN NEDERLAND

קרן בית יעקב הולנד

Messias Belijdende Hebreeuws Israëlitisch Kenniscentrum

Het Koninklijk Besluit van 1862

Op 1 juli 1863 werd de slavernij in Suriname bij Koninklijk Besluit van 3 oktober 1862 afgeschaft. De tot slaaf gemaakte mensen uit Afrika in Suriname kregen op 1 juli 1863 voor het eerst mensenrechten en plichten. Een van de rechten was, het recht op welzijn. In dit recht ligt het recht op herstelbetaling impliciet verdisconteerd. Hoewel de slavernij in Suriname en de Antillen meer dan honderdvijfenvijftig jaren geleden is afgeschaft, weigert het Koninkrijk der Nederlanden vooralsnog aan de afstammelingen van de ‘Slavenbevolking’ van Suriname en de Antillen herstel betalingen uit te keren voor de vier honderd jaar schending van hun mensenrechten. De weigerachtigheid om het veroorzaakte leed en de uitgebuite levens te erkennen en daarmee excuses aan te bieden, doet geen recht aan het Koninklijk Besluit van 1862, waarin een recht op herstelbetalingen is voorzien. De tekst van de proclamatie volgt hierna.

PROCLAMATIE

(Na.7.)

De Gouverneur, aan de Slavenbevolking in de Kolonie Suriname!

Het heeft Zijne Majesteit Onze geeerbiedigenden Koning behaagd den dag te bepalen, waarop de slavernij in de kolonie Suriname voor altijd afgeschaft zal zijn.

Op den 1sten Julij 1863 zijt gij vrij!

Maar de Koning, verlangende allen die onder Hoogstdeszelfs vaderlijk gezag leven gelukkig te zien, heeft gewild, dat u die blijde tijding reeds nu bekend gemaakt zou worden, opdat Gij in vreugde en tevredenheid, dat zoo zeer gewenschte tijdstip alwachten kunt.

Van harte wensch ik U daarmede geluk, als ook mij zelven dat het mij, als ’s Konings vertegenwoordiger, gegeven is, U die blijde mare aan te kondigen.

Ik durf er dan ook op te rekenen, dat Gij, door Uwen lust tot arbeid, door een onbesproken gedrag en door gehoorzaamheid aan Uwen meesters, bewijzen zult U de weldaad waardig te willen betoonen, die u tegen den 1sten Julij 1863 verzekerd is.

Maar niet minder verwacht ik van U, dat Gij, na den dag Uwer vrijwording, orderlijk en ondergeschikt aan het Bestuur, Uwe pligten als vrije menschen zult betrachten, geregeld werkende tegen een billijk loon, waarover Gij naar welgevallen zult kunnen beschikken tot verzorging van U zelven en de Uwen.

Dusdoende zult Gij het mij gemakkelijk maken, de wijze bedoelingen des Konings voor Uw toekomstig welzijn ten uitvoer te leggen.

En om U des te beter in staat te stellen Uwe toekomstige regten en verplichtingen te leeren kennen, zal van deze Proclamatie en van de Wet, voor zover die U betreft, een vertaling in het Neger-Engelsch worden gemaakt en bij deze gevoegd.

Paramaribo, den 3 October 1862.

Van Landsberge.

Ter ordonnantie van den Gouverneur,

De Coofd-Commies, belast met de functien

Van den Gouvernements Secretaris,

J.E. Wesenhagen.

 

‘De Heer zal een einde maken aan jullie harde slavenleven, jullie zullen op adem komen na al dat lijden en al die ontberingen’. Zie Jesaja 14:3.

‘Het is het enige volk op aarde met een God die hen heeft bevrijd (van slavernij) om hen tot zijn volk te maken en voor hen grootse en indrukwekkende daden te verrichten’. Zie 2 Samuel 7:23.